donderdag 24 juli 2014

Spagaat

Het is vandaag een week geleden dat het vliegtuig van Malaysia Airlines crashte. Met dit soort rampen kun je je vaak jaren later nog herinneren waar je was en wat je deed op het moment dat je het slechte nieuws hoorde. Zo verging het mij op donderdag 17 juli 2014.

Het is iets na vijven en ik ben net thuis van een klus. Ik wil nog even aan mijn verhaal over een nieuwe expositie in het Stedelijk Museum beginnen, voordat ik mijn dochter van de opvang haal. Dan komt er een bericht binnen op mijn telefoon. Een persalarm van het ANP: 'Vliegtuig Malaysia Airlines onderweg van Amsterdam naar Kuala Lumpur neergestort bij grens Oekraïne en Rusland.'

Het duurt heel even voordat ie binnenkomt. Dit. Is. Heel. Erg. Ik denk meteen aan goede vrienden, die vorige week nog deze vlucht namen met hun 10 maanden oude zoontje. En vervolgens aan mezelf. Ik vloog ook twee keer eerder naar Kuala Lumpur. Ook met Malaysia Airlines. Via dezelfde route. 

Ik bel de redactie. Mijn collega: ,,We moeten splitsen. Wie van ons gaat er naar Schiphol en wie naar de Israëlmanifestatie op de Dam (die uit de hand kan lopen.).'' Ik slik. Normaal gesproken zit ik al in de auto. Ik heb alleen een probleem. Mijn dochter zit nog op de opvang. En mijn vriend is in het buitenland voor werk. Mijn lijf vult zich met adrenaline. ,,Ga jij maar naar Schiphol'', zeg ik. ,,Die demo doe ik wel.''

Ik probeer oppas te regelen. Maar dat blijkt te hoog gegrepen, zo last minute. Mijn journalistieke bloed raast door mijn lijf. Ik wil niets liever dan mijn collega's bijstaan, die zich nu de blaren op de vingers tikken. 

Al gauw kom ik tot de conclusie dat ik de komende twee uur niet inzetbaar ben. De moederplicht roept. Mijn lieve meisje moet worden opgehaald en haar maag gevuld. Ik regel een andere collega voor de manifestatie. Tegen de tijd dat hij op de Dam staat, ligt de kleine in bed en kan ik hem bijstaan vanuit huis. Intussen bereid ik het eten voor. Op mijn telefoon komt het ene afschuwelijke persalarm na het andere binnen. 

Op de fiets naar de opvang bel ik de collega die onderweg is naar Schiphol. Even stoom afblazen. ,,Is dat toestel echt neergeschoten?'', vraagt ze. Ik bevestig de berichten en ook dat alle passagiers zouden zijn overleden. We hangen snel op. Zij bereidt zich voor op wanhopige nabestaanden die naar de luchthaven komen. Ik loop de crèche binnen, waar mijn dochter heerlijk onbezorgd aan het spelen is en niemand nog van iets weet. 

De knop gaat om. We kletsen op weg naar huis. De ramp gaat even naar de achtergrond. Terwijl ik thuis de tv op het nieuws zet, kijkt dochterlief het Zandkasteel. We eten en we spelen nog even. Intussen app ik met mijn collega's. Als de kleine naar bed is, keer ik terug in mijn journalistenmodus. Hup, aan de slag. 

Vroeger week alles onmiddellijk voor werk. Dat kan niet meer. En dat is goed. Want er is niks belangrijker dan mijn kind. En toch is het soms lastig; de moederjournalistspagaat.

zaterdag 19 juli 2014

Wereldnieuws

Bij een ramp als afgelopen donderdag, schakel je meteen over in je journalistenmodus. Daar hoef je niks voor te doen. Dat gaat vanzelf. De adrenaline giert door je lijf. Gaan, gaan, gaan. Tijd om stil te staan bij de impact en de omvang van het drama heb je niet. En dat is maar goed ook.

Pas veel later daalt het nieuws in. Na een korte nacht word ik wakker en realiseer ik me hoe kwetsbaar we zijn. Dat het zomaar ineens afgelopen kan zijn.

Lang heb ik niet de tijd om daarbij stil te staan. Ik moet naar Schiphol. Buiten bij vertrekhal 3 is een plek ingericht waar mensen bloemen kunnen achterlaten. Er liggen nog maar een paar bosjes en wat losse rozen. Ik lees wat van de boodschappen die eraan hangen. De afzenders wensen de nabestaanden sterkte toe en spreken hun afschuw uit. Dan kom ik bij een grote bos rode rozen. De tekst op het kaartje bezorgt me kippenvel. Hij raakt je recht in het hart. 



Ik noteer de woorden op mijn kladblok. Twee buitenlandse journalisten vragen me of ik de tekst wil vertalen.

Het wemelt van de pers op de luchthaven. Vanuit heel Europa staan tientallen satellietwagens buiten geparkeerd. Verslaggevers doen in alle talen hun verhaal over de afschuwelijke vliegtuigcrash. Nederland is wereldnieuws.

In het VIP-centrum is een persconferentie van Malaysia Airlines. Journalisten, cameramensen en fotografen proppen zich in de ruimte. Er is veel te weinig plek. Het is warm, het ruikt naar zweet en mensen staan op mijn tenen. Niemand wil iets missen van de nieuwste update van de vicepresident Europa van de luchtvaartmaatschappij. Allemaal met hetzelfde doel en in dezelfde modus. De wereld informeren.