Zwanger zijn is eigenlijk best buitenaards. Dat er vanuit een minuscuul zaadje en een eicel in negen maanden tijd een heel kind in je groeit, met alles erop en eraan, zonder dat je daar zelf veel voor hoeft te doen. Het blijft een ongelofelijk bijzonder proces.
Het voelt dan ook een beetje alsof mijn lichaam in handen is van buitenaardse wezens. Alsof ik een kleine negen maanden geleden in een UFO ben gestapt en me al een tijdje buiten deze aardbol bevind. Ik ben al maandenlang verre van mezelf, heb daar ook nog eens totaal geen controle over en ik verkeer de helft van de tijd in een wazig wereldje.
Hormonen doen rare dingen met je. Los van de energie die het kost om zo'n klein meisje te 'bakken', waardoor je na zonsondergang niet meer een diepzinnig gesprek met me moet voeren, ontstaat er ook gedrag waar ik me normaal gesproken verre van houd. Vaak zonder dat ik het door heb, reageer ik vinniger dan anders. Vooral mijn vriend moet het ontgelden. Over niets kan ik ineens uit mijn slof schieten. Of, nog erger, totaal onverwacht keihard in huilen uitbarsten. Verschrikt kijkt mijn lief me dan aan. De tranen komen uit mijn tenen. Alsof er iets vreselijks is gebeurd. ,,Ik weheet niet waarom ik huil, ik ben namelijk he-le-maal niet verdriehietig'', snik ik. Inmiddels ziet hij het soms al aankomen. ,,Ik denk niet dat jij het vanavond droog houdt'', klonk het laatst.
En dan heb je nog de nestdrang. Die onophoudelijke drang om álles in je huis op te ruimen. Daardoor kom ik in de eerste weken van mijn verlof ook weinig toe aan het voorgenomen boeken lezen, dutjes doen en relaxen. Aangezien ik na een werkdag weinig puf meer had dingen te regelen, moet er nog behoorlijk wat gebeuren. Maar ook als de to do-lijst al is afgewerkt, blijf ik dingen verzinnen. Iets waar ik normaal gesproken vrij makkelijk in ben, moet bovendien à la minute gebeuren. Op de raarste momenten van de dag. Zo mogen die babykleertjes die ik 's avonds laat uit de wasmachine haal écht niet tot de volgende ochtend nat in de wasmand liggen, zijn alle kasten opnieuw ingericht en heb ik, als fervent niet-strijker, me uren staan uitleven op de babykleertjes achter de strijkplank. Eigenlijk zou iedereen eens per jaar een week zwanger moeten zijn. Het ruimt namelijk wel lekker op.
Gelukkig keer ik bijna terug op aarde. Althans voor een deel, want die hormonen gieren nog wel even door. Ik kijk er naar uit. Maar nog meer verheug ik me erop dat ik straks mijn kleine meisje in de armen kan sluiten. Daar heb ik een tijdelijk buitenaards bestaan maar al te graag voor over!